RCD historie Aflevering 1: Central District


Het bruisende, creatieve en zakelijke hart van Rotterdam kent een bijzondere historie. De karakteristieke gebouwen uit de wederopbouw hebben ieder hun eigen verhaal. Stap terug in de tijd en laat je verrassen door de verhalen van Platform Wederopbouw Rotterdam. Deze maand het algemene verhaal over ons gebied, het Central District.

De benaming Central District voor het gebied tussen het Weena en het spooremplacement werd pas geïntroduceerd bij de grootscheepse plannen voor vernieuwing van het Centraal Station en de directe omgeving rond de millenniumwisseling. Voor die tijd had dit gebied geen aparte naam, hoewel vaak Weenagebied of CS-kwartier werd gebruikt. Het Central District loopt van de Statentunnel in het westen tot en met het Shell-complex in het oosten; ook het stukje met het Bouwcentrum aan de andere kant van het Weena hoort erbij. In de wederopbouw bleef een groot deel van dit gebied onbebouwd. Relatief snel, vanaf eind jaren veertig, werd het gebied tussen Delftsestraat en Schiestraat bebouwd met individuele bedrijfs- en kantoorpanden. Aan de andere zijde van het Stationsplein was het Groothandelsgebouw in 1953 klaar. Het eerste ronde Bouwcentrum was al in 1949 gereed; in 1956, 1965 en 1970 volgden uitbreidingen. In 1957 volgden het Centraal Station van Sybold van Ravesteyn en het Stationspostkantoor van de Kraaijvangers en verrees aan het Hofplein het Shellgebouw.

Schiekadeblok
Het bouwblok tussen Delftsestraat en Schiestraat was in 1960 voltooid. Tegenwoordig wordt dit Schieblok meestal Schiekadeblok genoemd. Dit om verwarring met het Schieblock te voorkomen; dit is slechts het hoekpand aan de Schiekade. Het bestaat uit individuele bedrijfs- en kantoorgebouwen, die door verschillende architecten zijn ontworpen. Er was een basismaat van vier meter voor de verkaveling; de gebouwen variëren in breedte van 12 tot 28 meter. Op de hoeken waren afwijkende gebouwen mogelijk, om architectonische accenten te kunnen maken. De hoogte was standaard voorgeschreven. Een supervisor moest zorgen voor eenheid en samenhang in de architectuur.

Het eerste gerealiseerde gebouw, voor Esveha, was ontworpen door J.J.P. Oud. Ten oosten ervan staat een kantoorgebouw ontworpen door Hendriks, Van der Sluys, Van den Bosch en op de hoek een opmerkelijk expressief kantoorgebouw met zalencentrum van H.A. Maaskant. Ten oosten van Esveha waren hotel Metro van architectenbureau Hooijkaas & Van Veen, kantoorgebouwen van de architecten Sitters en Fiolet en het verenigingsgebouw van de Vrijmetselaars van Vermeer & Van Herwaarden. Een fors gebouw van levensverzekeringsmaatschappij Nillmij van Verschoor senior en junior vormde de beëindiging van het blok aan de Schiekade. Aan het Delftseplein lagen gebouwen van de architectenbureaus Lengkeek & Hoogenstraaten en Hendriks, Van der Sluys, Van den Bosch. De bebouwing aan de Schiestraat is in de jaren tachtig gesloopt. In het bouwblok was een kleine expeditiestraat, die slechts vier panden ontsloot. De bebouwing is redelijk gevarieerd qua functie en architectuur.

Op kolommen
In 1957 was ook het Shellgebouw klaar. Het gebouw stond op kolommen zodat er een directe verbindingsweg onderdoor was tussen het Centraal Station en het Station Hofplein. De brede wegen naar het Hofplein maakten deze verbinding al gauw onmogelijk. Het Centraal Station en het Stationspostkantoor lagen tegen het spooremplacement aan. Voor het station was een voorplein met tramhaltes. Het busstation lag eerst voor het Stationspostkantoor en kwam in de jaren tachtig achter het Groothandelsgebouw terecht.

Geheelonthouders
Behalve kantoorpanden waren er bijzondere bestemmingen aan de Delftsestraat, zoals het Vrijmetselaarsgebouw en het hotel Metro. Het geheelonthoudershotel Metro op nr. 21-23, dat twaalf tweepersoons- en zeventien eenpersoonskamers had, is rond 1970 gesloten. De Vrijmetselaars hadden tot het bombardement ook een gebouw aan de Oppert. In 1955 betrokken zij nieuwbouw aan de Delftsestraat 9. Er waren een tempel op de begane grond en vijf vergaderzalen op de verdiepingen. Op het dak staan een passer en een winkelhaak, symbolen van dit genootschap. De Vrijmetselaars zijn pas in 2008 verhuisd naar het voormalige oecumenisch centrum aan de Oostmaaslaan (Podium O950), ook een gebouw uit de wederopbouw. Een voorloper van de horeca die de laatste jaren in het gebied te vinden is was het Radio Rijnmondcafé, dat tussen 1983 en 1992 in het Metro-pand zat.

Worstbos
Door de aanleg van de metrolijn onder het Weena stokte de bouwdrift rond 1960. Het noordelijk deel van het Weena bleef jarenlang onbebouwd. Toen de metro klaar was in 1968 werd hier een parkje aangelegd, naar de toenmalige wethouder Jan Worst het Worstbos genoemd. Het parkje, met enkele als tijdelijk bedoelde paviljoens van de manifestatie C70 omgetoverd tot een gezelligheidscentrum, bleef tot begin jaren tachtig gehandhaafd. De zuidzijde van het Weena bleef tot ver in de jaren zestig onbebouwd; toen verrezen het Hilton Hotel en het Weenagebouw. Achter De Doelen lag in de jaren zeventig een hertenkamp. Door het ontbreken van bebouwing kreeg het wijdse Weena een slechte reputatie als snelweg door de stad. De bebouwing aan de Delftsestraat lag weliswaar vlakbij het centrum, maar wel volledig geïsoleerd. Een voetgangerstunneltje aan het eind van de Lijnbaan bood weinig soelaas en werd uiteindelijk afgesloten.

Vermaakscentrum
Aan de weinig stedelijke situatie van het Weena kwam in de jaren tachtig in hoog tempo een einde. In het kader van de stadsvernieuwing werd ten westen van het Groothandelsgebouw in 1981 eindelijk de open vlakte bebouwd met het Weenahof met een overdekte ijsbaan. Dit vaak als ‘lelijkste gebouw van Rotterdam’ betitelde complex sluit qua maat en schaal aan bij het Groothandelsgebouw.

Een ideeënprijsvraag in 1977 voor de parkstrook boven de metro leverde met inzendingen van een jeugdige Jo Coenen en Cornelis van de Ven geen concrete uit te werken plannen op, maar vormde wel een impuls. In 1978 ontwikkelde Stadsontwikkeling het Weena-Tivoli project met een vermaakscentrum in een park geïnspireerd op Tivoli in Kopenhagen. In 1979 besloot de gemeenteraad recreatieve voorzieningen elders te vestigen en het Weena te ontwikkelen met woningbouw en recreatieve voorzieningen volgens het Boulevardmodel.

Begin jaren tachtig werden de plannen voor de bebouwing van het oostelijk deel van het Weena concreet. Niet alleen de noordzijde boven de metro, maar ook het brede trottoir aan de zuidzijde werd volgebouwd. Als eerste werd in 1984 een woongebouw van Cees Dam op de hoek van het Hofplein gerealiseerd. Daarna verrezen in hoog tempo vooral kantoorgebouwen voor Unilever en Nationale Nederlanden. Het Schiekadeblok kwam op de tweede rang te liggen. Ook de zuidzijde van het Weena kreeg een extra rij kantoorgebouwen, waardoor het Weena een smaller straatprofiel kreeg.

Grootstedelijke allure
Erg levendig werd het Weena niet door al die nieuwe kantoorgebouwen. Er was nu wel een stadsboulevard met grootstedelijke allure ontstaan, maar voor voetgangers bleef het behelpen. De beoogde publieksfuncties op de begane grond werden nauwelijks gerealiseerd. Van de geprojecteerde 1220 woningen waren er slechts 600 gebouwd. Naast het station zorgde Perron Nul voor drugsverslaafden tot 1994 voor veel overlast.

De komst van de Hogesnelheidslijn (HSL) was de aanleiding het station en het aangrenzende gebied te vernieuwen. Het Groothandelsgebouw was aan eerdere modernisering met spiegelglazen gevels ontsnapt en net als het Stationspostkantoor aangewezen als potentieel wederopbouwmonument. Het Groothandelsgebouw werd gerestaureerd en het Stationspostkantoor kreeg een tweede leven als bedrijfsverzamelgebouw Central Post. Het Centraal Station was niet als monument voorgedragen, want het zou moeten worden gesloopt om plaats te maken voor een state-of-the-art stationsgebouw.

Champagneglazen
In 1997 wordt de vernieuwing van het station en directe omgeving tot sleutelproject van nationaal belang gepromoveerd. Rond de nieuwe OV-terminal zou een verdere verdichting moeten plaatsvinden met een mix van stedelijke functies: wonen, werken en urban entertainment. Het ambitieuze masterplan uit 2001 was van de Britse architect Will Alsop en werd bekend onder de bijnaam de champagneglazen, vanwege de wulps vormgegeven bebouwing op het Stationsplein. Het plan strekte zich uit van het Groothandelsgebouw tot voorbij de Shell-gebouwen en over het Kruisplein. Het bouwblok aan de Delftsestraat zou moeten wijken. Nabij de Shelltoren waren kantoorgebouwen van meer dan 200 meter hoogte gepland. De megalomane plannen werden ontwikkeld in een tijd waarin de bomen de hemel leken in te groeien. De stormachtige opkomst van Pim Fortuyn en zijn partij Leefbaar Rotterdam maakten een einde aan de plannen. Als goedmakertje mocht Alsop het Calypsocomplex aan de Westersingel bouwen.

Rotterdam Central District
In 2010 probeerden de gemeente en een aantal ondernemers het opnieuw. Het station, ontworpen door in het Team CS samenwerkende topontwerpers Benthem Crouwel, Adriaan Geuze (West 8) en Meyer & Van Schooten was inmiddels in aanbouw. Het Schiekadeblok zou opnieuw plaats moeten maken voor een mix van functies: waar ‘ondernemen, wonen, werken, vrije tijd en ontmoeting samenkomen’. 240.000 vierkante meter hoogbouw met vooral kantoren. Door de vastgoedcrisis kwam dit project van ontwikkelaar LSI ook niet van de grond. Zelfs een gunstige financiële constructie met de gemeente, een omstreden erfpachtdeal, mislukte. Het leidde uiteindelijk tot een geruchtmakend rapport van de Rekenkamer en de val van wethouder Adriaan Visser in 2019.

Ondertussen had het Schiekadeblok een ingrijpende metamorfose ondergaan. In de afgeschreven, voor sloop bestemde kantoorgebouwen trokken jonge creatieve ondernemers en kwamen nieuwe horeca-concepten, zoals de Biergarten en Annabel. Die tijdelijke functies zorgden voor een nieuwe dynamiek in het gebied, dat een populair uitgaanscentrum voor jongeren werd. Ontwerpbureau ZUS doopte het Nillmijgebouw om tot Schieblock en transformeerde het tot een creatieve hub met pop-up activiteiten en de DakAkker met stadslandbouw op het dak van het gebouw. De expeditiestraat en een bestaande brandgang werden omgetoverd tot een nieuwe route door het blok die aansloot op de Luchtsingel. Deze door crowd-funding en het Stadsinitiatief gefinancierde brug over de Schiekade werd verbonden met de Hofbogen.

December 2018 presenteerde de gemeente nieuwe plannen voor het gebied. Er moeten vier woontorens met ruimte voor 60.000 vierkante meter en 350 tot 400 woningen komen. Een groot deel van de wederopbouwpanden blijft behouden en ook de horeca mag er blijven. De waardering voor het gebied lijkt in 2020 nog meer toegenomen en verschillende partijen bieden zich aan om in het gebied te ontwikkelen. Meer duidelijkheid wordt in het voorjaar verwacht. Wordt vervolgd.

Westelijk deel
Het gebied rond het Bouwcentrum werd met de diverse uitbreidingen van dit instituut redelijk snel afgemaakt. De manier waarop de nieuwe gebouwen kaatsen met de bestaande bebouwing van het Oude Westen is weinig subtiel, met name de grote parkeergarage aan de Diergaardesingel. Het woongebouw voor jongeren aan het Kruisplein (1981-1985), het eerste project van architectenbureau Mecanoo, heeft de overgang tussen wederopbouwstad en negentiende-eeuwse bebouwing enigszins verbeterd. Door de sloop van de eerste uitbreiding van het Bouwcentrum in 2012 ten faveure van kantoortoren First Rotterdam van Branimir Medić en Pero Puljiz van de Architekten Cie. is de schaalvergroting hier ingezet. De tweede uitbreiding van het Bouwcentrum wordt vervangen door The Modernist van MVRDV, 13.500 vierkante meter kantoorruimte en twee woontorens.

Het complete verhaal met prachtige beelden lees je op: https://wederopbouwrotterdam.nl/artikelen/central-district

Beeld: Stadsarchief Rotterdam