Kantoorgebouw Nillmij (Schieblock)

Aanvankelijk zou de afsluiting van het blok met bedrijfsgebouwen aan de Delftsestraat bij de Schiekade bestaan uit twee gebouwen.

Precies een jaar nadat aan de Schiekade bij het Hofplein de eerste paal geslagen werd voor een kantoorpand van zeven bouwlagen, is daar vanmorgen om elf uur, 27 meter boven de begane grond, op het hoogste punt de vlag gehesen. Die handeling werd verricht door de heer Herm. W. Meijer, oudste directeur van de Nillmij, die hier een districtskantoor vestigen gaat en een hele verdieping van het pand in beslag zal nemen. Het Vrije Volk 14 oktober 1959.

Nillmij
Aanvankelijk zou de afsluiting van het blok met bedrijfsgebouwen aan de Delftsestraat bij de Schiekade bestaan uit twee gebouwen. Een L-vormig kantoorgebouw in opdracht van bouwbedrijf Ooms van het Rotterdamse architectenbureau Vermeer en Herwaarden aan de Schiestraat. En op de hoek van de Delftsestraat een kantoorgebouw voor aannemer Van Vliet en Van Dulst van de samenwerkende Haagse architecten A.N. Schippers en W. Verschoor. De panden zouden architectonisch één geheel moeten gaan vormen. Bij de presentatie in 1956 was sprake van vijf kantoorlagen en een begane grond met een showroom en een café-restaurant. Uiteindelijk werden de twee plannen samengevoegd tot één gebouw, ontworpen door Willem Verschoor (1880-1968) in samenwerking met zijn zoon Willem H. Verschoor (1917-2005). Vermeer en Herwaarden mochten het interieur van Ooms verzorgen.

Woensdag 15 oktober 1958 ging de eerste paal de grond in voor het gebouw, waarvoor inmiddels verzekeraar Nillmij (de Nederlandsch-Indische Levensverzekering- en Lijfrente-Maatschappij) de opdrachtgever was. Nillmij, dat na het vertrek uit Indonesië een hoofdkantoor in Den Haag had, vestigde er een districtskantoor. Nillmij is later gefuseerd tot Ennia en opgegaan in AEGON. Voor de Nillmij was het nieuwe pand ook een beleggingsobject. Het definitieve uitgevoerde plan was voor een gebouw van 65 meter frontbreedte. Het pand ging zeven bouwlagen tellen.

De heer J. van Vliet heeft deze samenwerking tussen de beide firma’s en de beide architectenbureaus bijzonder gelukkig genoemd. Allerlei doublures, die bij aparte bouw onvermijdelijk zouden zijn geweest, kunnen hierdoor worden voorkomen, hetgeen in sterke mate de kosten drukt. Op de benedenverdieping zal zich de Nillmij, de financier en opdrachtgever, vestigen. De zesde verdieping is voor Van Vliet en Van Dulst zelf gereserveerd, met uitzondering van het gedeelte, dat door de firma Ooms wordt gebouwd. Het pand zal goed aansluiten aan de hoge bebouwing rondom en nabij het Hofplein. Het Vrije Volk 16 oktober 1958.

Solide betonconstructie
April 1960 was het gebouw klaar. Behalve Van Vliet en Van Dulst, Ooms en Nillmij kwamen er allerlei bedrijven in, waaronder verzekeringskantoren, een architectenbureau en een Amerikaans bedrijfseconomisch adviesbureau. Op de derde verdieping was een centrale kantine. Elke verdieping had behalve een toiletblok ook een koffiekeuken, zodat het gebouw per verdieping kon worden verhuurd. Op het dak stond een lifthuis in combinatie met een conciërgewoning. Aan de achterzijde aan de kant van de Schiestraat was een laagbouwdeel. In de kelder was archiefruimte voor alle huurders en een fietsenstalling.

Het gebouw heeft een solide betonconstructie als basis. Er waren twee trappenhuizen; één aan de Delftsestraat met een personenlift en het hoofdtrappenhuis aan de Schiekade met twee liften. De gevel was voorzien van stalen ramen met thermopane voor de warmte- en geluidsisolatie. De borstweringen bestonden uit sandwichpanelen van donkerblauw glasal, geëmailleerde asbestcementplaten. De dichte delen van de gevel bestaan uit platen van kunststeen.

De begane grond ligt 1,35 meter terug ten opzichte van de rooilijn en de gevel, waardoor een natuurlijke luifel voor de showrooms en winkels is gecreëerd. Bovendien komt zo het hoofdblok beter tot zijn recht in de compositie. De puien en de ingangspartij van de begane grond waren geheel in het indertijd hypermoderne aluminium en glas uitgevoerd. De borstweringen waren met kwartsiet bekleed. Het was een gebouw met een voorname en solide uitstraling, waar een verzekeringsmaatschappij mee voor de dag kon komen.

Anno nu
Na een jarenlang bestaan in de anonimiteit kwam het gebouw onverwacht als Schieblock in het middelpunt van de belangstelling. In de plannen voor het Central District zou het gebouw gesloopt worden. Maar mede door de vastgoedcrisis kwamen die plannen niet van de grond en het gebouw kreeg net als de rest van de Delftsestraat een tijdelijke bestemming. Het Rotterdamse architectenbureau ZUS (Zones Urbaines Sensibles), dat sinds 2002 antikraak in het gebouw zat, mocht het vanaf 2011 vijf jaar exploiteren. ZUS startte ook met het plan voor de Luchtsingel, een route door het gebied die via een houten brug door het gebouw over het drukke verkeer van de Schiekade richting het Hofpleinviaduct moest lopen.

Na veel moeite kwam deze verbinding in twee fasen tot stand. In 2012 het eerste deel over de Schiekade; in 2014 het tweede deel. Op de begane grond van het gebouw kwamen publieksfuncties als Urban Guides, OMI (verhuisd) en warenhuis Groos (inmiddels gestopt). De kantoorvloeren werden weer verhuurd aan de creatieve klasse. Op het dak kwam in 2012 de DakAkker, het eerste grote oogstbare dak van Nederland. In 2014 opende restaurant Op Het Dak. Dit experiment met stadslandbouw trok veel belangstelling. Vele plannen passeerden de revue maar geen enkel ontwerp vond tot op heden doorgang. De ondernemers hebben een belangenvereniging opgericht District East, maar de onzekere toekomst van het Schieblock zorgt voor veel verloop.

Architect: W. Verschoor, W.H. Verschoor Periode: 1954-1960 Locatie: Schiekade 189, Rotterdam, Netherlands

Verhaal van Wederopbouw Rotterdam